In 1946 werd ik geboren als eerste van 10.

Als ik ‘n plekje voor mezelf wilde, ging ik graag naar buiten, in de natuur. In onze boomgaard en tuin zocht ik dan naar allerlei interessant gevormde voorwerpen.Met de heg als achtergrond maakte ik (meestal zingend) allerlei figuren en bouwsels, als vergankelijke expressies van hout, wortels en takken. Of ’schilderijen’ van verschillend gekleurde plantjes, bloemen en bladeren.

Deze behoefte om belevenissen en indrukken vast te leggen is sindsdien gebleven, nog steeds met de natuur als grote inspiratiebron. De verscheidenheid, de kleuren, de groei, de verandering, ik raak steeds weer gefascineerd.

Ik vind het boeiend, om ideeën heel organisch vorm te geven, als het ware in mijn handen te laten (uit)groeien. Naast mijn werk in het basisonderwijs en later de zorg voor het gezin groeide de interesse in beeldende kunst. Na een cursus pottendraaien, ‘n soort meditatieve rustgevende bezigheid voor mij na een drukke dag, werd het werken met klei al gauw gevolgd door cursussen tekenen en aquarelleren.

Naarmate mijn zoon en 2 dochters zelfstandiger werden en het koken wel eens wilden overnemen, kon ik meer tijd vrijmaken. Ik zocht naar meer mogelijkheden in ruimtelijk werk. Dit resulteerde in verdere studie aan de Academie Beeldende Kunsten Maastricht. Daar versterkte mijn voorkeur voor ruimtelijk werk en het gebruik van klei, zodat ik afstudeerde in de richting ‘Keramische Vormgeving’.